Wanneer u van plan bent om VoIP telefoons te kopen, zal u veel termen tegenkomen waar u wellicht nog nooit van heeft gehoord. Wij hebben daarom de meest voorkomende termen op een rijtje gezet en de betekenis ervan uitgelegd. Na het lezen van deze blog zal u ongetwijfeld veel meer weten over VoIP begrippen. Ze zijn hieronder op alfabetische volgorde uitgelegd:
ATA (Analog Telephone Adapter)
ATA is een apparaat waarmee digitaal signaal wordt overgezet via een of meerdere analoge telefoonlijnen.
ATM (Asynchronous Transfer Mode)
ATM is een netwerkprotocol waarvan VoDSL en VoIP gebruikmaken om telefoonverkeer te scheiden van dataverkeer. Deze techniek zorgt ervoor dat de gewenste QoS (Quality of Service) ook daadwerkelijk geleverd kan worden.
DECT (Digital Enhanced Cordless Telecommunications)
Door middel van DECT heeft u draadloze toegang tot een telefoon- of datanetwerk. Deze telefoons hebben een maximumbereik van zo’n 50 à 100 meter. Daarnaast zijn losse handsets ook eenvoudig aan het netwerk toe te voegen en kunnen meestal gebruikt worden om onderling gratis te bellen.
Hosted VoIP (Voice over Internet Protocol)
Hosted VoIP is een telefonieoplossing waarbij men gebruikmaakt van een VoIP-telefooncentrale op afstand. Deze draait als software op een server in het datacentrum van een dienstverlener. U hoeft als bedrijf slechts te investeren in VoIP-toestellen en een internetverbinding om te kunnen telefoneren. Uw aanbieder biedt het onderhoud, backups en upgrades aan.
IP PBX (Internet Protocol Private Branch Exchange)
Een IP PBX is een (bedrijfs)telefooncentrale die geschikt is voor de afhandeling van de VoIP / VoIPcentrale. Met IP PBX kan men zowel als hardware als software bedoelen. Een softwarematige IP PBX heeft als voordeel dat het zich snel en gemakkelijk laat uitbreiden met allerlei functionaliteiten. Daarbij is hij relatief goedkoop.
IP-telefonie / digitale telefonie / internettelefonie
Door middel van IP-telefonie kan men telefoneren met een apparaat of software waarbij spraak direct wordt omgezet in datapakketjes. Vervolgens worden ze via IP (Internet Protocol) verzonden over een datanetwerk (zoals internet). Daardoor is het in stand houden van een afzonderlijk telefonie-infrastructuur geen noodzaak meer.
ISDN (Integrated Services Digital Network)
Door middel van een ISDN kan een enkele aansluiting over meerdere kanalen beschikken, die tegelijkertijd voor spraak-, fax- of dataverkeer kunnen worden ingezet.
PBX / PABX (Private Automatic Branch eXchange)
Dit is een veelgebruikte afkorting voor een standaard telefooncentrale. Door middel van PBX kunnen verbindingen tot stand gebracht worden tussen telefoons, faxapparatuur, modems en andere communicatieapparatuur.
POTS (Plain Old Telephone Service / Post Office Telephone Service / Post Office Telephone System)
Met POTS wordt een analoog eindpunt van het PSTN, ofwel een analoge telefoonverbinding bij de eindgebruiker thuis of op kantoor, bedoeld.
PSTN (Public Switched Telephone Network)
PSTN is een term voor het wereldwijde telefonienetwerk. Hieronder valt zowel het analoge als digitale gedeelte van de totale infrastructuur. De term waarmee slechts de analoge gedeelte wordt bedoeld is POTS.
QoS (Quality of Service)
Dit is een term die samenhangt met VoIP, echter spreekt men hier specifieks over de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de telefoonverbinding.
Redundant
Redundant geeft aan dat iets dubbel of meervoudig is uitgevoerd. Hierdoor is er altijd een volledig en direct functionerende backup voorhanden, zodra het primaire systeem uitvalt.
SIP (Session Initiation Protocol)
SIP is een protocol voor het stopzetten van VoIP-gesprekken. Het is een open standaard dat door verreweg de, eerste aanbieders wordt gebruikt. Hierdoor is er een groot aanbod in allerlei diensten en hardware die gebasseerd zijn op SIP.
SIP-account
SIP-account is een gebruikersaccount binnen een IP PBX die overeenkomt met één telefoonnummer.
SIP-server
SIP-server is het onderdeel van een IP PBX dat alle SIP-gesprekken binnen een netwerk afhandelt.
SIP-telefoon
Een SIP-telefoon is een telefoontoestel op basis van SIP, waarmee telefoneren via VoIP mogelijk is. Een SIP-account en een internettoegang via een willekeurig netwerk (LAN) zijn voldoende om te kunnen bellen. Er bestaan ook SIP-telefoons die via WIFI aangemeld kunnen worden op een draadloos netwerk.
SIP-trunk
SIP-trunk is een bundeling van meerdere SIP-accounts.
Softphone
Met de softphone wordt niet een telefoon bedoeld, maar software die is ontwikkeld om te kunnen bellen. Om onderling contact te kunnen leggen, dienen beide eindgebruikers gebruik te maken van eenzelfde communicatieprotocol (zoals SIP of Skype-protocol). Het bellen zelf gebeurt meestal via een headset of een USB-telefoon.
USB-telefoon
USB-telefoon is een telefoon die aangesloten wordt vis de USB-poort van een computer, waarna er via bijvoorbeeld SIP of Skype mee kan worden gebeld.
VoDSL (Voice over DSL)
VoDSL is het transport van traditioneel telefoonverkeer over een DSL-internetverbinding. Hierbij wordt spraak niet omgezet in IP-datapakketjes (zoals bij VoIP), maar gewoon als spraak verstuurd via een speciaal gereserveerd virtueel kanaal binnen de DSL-verbinding. Dit heeft als direct gevolg dat ook bij druk dataverkeer de telefonie altijd goed blijft functioneren. VoDSL is verder in tegenstelling tot VoIP direct compatibel met ISDN.
VoIP (Voice over Internet Protocol)
Hiermee wordt het transport van spraak over een datanetwerk (zoals internet) via IP bedoelt. De term wordt vaak ten onrechte gebruikt in plaats van IP-telefonie, terwijl daarvan bij VoIP niet altijd sprake hoeft te zijn. Zo is bellen met een analoge telefoon die verbonden is met een VoiP-centrale vanzelfsprekend wel VoIP, maar geen IP-telefonie.
VoIP Gateway
Met VoIP Gateway wordt een ATA die analoge telefoonlijnen verbindt met een LAN (Local Area Network) bedoeld.